Bergen

Bergen

bewonderd

Bergen

Bergen laten je voelen hoe nietig je bent in deze wereld. Wandelen rechtstreeks van hier naar daar is niet mogelijk, slechts via een omweg rond het dal, langs nietige paadjes, soms klauterend langs een ketting kom je op je punt van bestemming. Fantastische uitzichten, overweldigde rotsformaties, ontmoetingen met steenbokken of gemzen, hutten op unieke locaties, bereiken van toppen, het zijn allemaal hoogtepunten. 

Seetal
Afdaling via eeuwige sneeuw naar de Tubinger hutte
Carschinahütte
Naar de top van de Schesaplana
Lunersee
Op weg naar de Pfalzerhutte
Schesaplana in avondrood
Avondzon over de bergen vanaf de Pfalzerhutte
Ochtendzon, begin van een mooie dag
Afdaling vanaf het Barthumeljoch

Rätikon Highway 2017


Seetalhutte

Maandag 7 augustus. 

Vanuit Klosters lopen we in een rustig tempo richting Monbiel, dit is nog bewoonde wereld. Daar krijgen we van trektochtleider B. de eerste instructie: een afvalzakje hoort erbij en gelukkig hangen bij elke afvalbak rode hondepoepzakjes, daarvan gaan er een paar in de rugzak. De wandeling gaat rustig verder over grindpaden, soms wat smallere paden en rustige stijgingen. Het lunchpakket van de jeugdherberg is heerlijk.

Na wat verdere stijging komen we na Untersass weer in een breed vlak dal met een heel mooi uitzicht. We spotten de eerste bergmarmotten. Uiteindelijk op het eind van het dal kunnen we nog even genieten van een rustbank. 


Maar dat duurt niet lang, B. geeft aan dat het nog een uur klimmen is naar de Seetalhutte en dat het weer kan gaan betrekken. Gelukkig loopt S. met een rustig tempo voorop maar toch is het een behoorlijke klim. 

De Seetalhutte is een kleine liefelijke hut waar we net in kunnen. De hutteweerd Seraina slaapt in een tentje achter de hut. Het biertje is verfrissend en het zonnescherm is meer dan welkom. De toilet is in een apart hokje waar de droge en natte boodschap geschieden moeten worden. Terwijl je zit heb je zicht op de hut. Ook de wasbak met stromend water is buiten. Gelukkig is het nog steeds droog, als we hier met 10 verzopen katten waren aangekomen was het wel erg bewerkelijk geweest. 


Ik ben vrijwillig aangesteld om steeds als we weer gaan lopen rond te kijken of we niets hebben laten liggen, een taak op mijn lijf geschreven. 

Iets hoger ligt het meer, dat heel vreemd wit is, vermoedelijk door de kalk. 

Hoe Seraina in de beperkte ruimte een zeer lekkere en voedzame maaltijd heeft kunnen maken weet ik niet, maar we hebben er allemaal van genoten. 


Uitzicht vanaf het Plattenjoch

Dinsdag 8 augustus. 

Het was wel heel erg knus. 6 beneden, 6 boven en een kind van ca. 7 jaar, 60 cm breed per persoon. En dat in een ruimte van 3,5 bij 5 meter waar we ook gegeten hebben en het fornuis op hout gestookt is geweest. Het was zeer warm, dus in eerste instantie maar boven de dekens gelegen. Alle belevenissen hielden mijn gedachten bezig, de slaap wou maar niet komen. 

's Nachts er ook nog een keer uit, krakende trap, kon mijn mandje met kleding niet vinden, een heel avontuur voor een kleine boodschap. 

Maar het was wel heel knus, zeker het ontbijt met 13 personen aan een kleine tafel. Na het ontbijt kijk ik de hele hut na of niemand wat vergeten is en ik score een pet, zonnebril en handdoek, niet slecht voor de eerste dag. We hebben nauwelijks 100 meter gelopen of Seraina snelt ons achterna met een hoofdlampje. Minpunt voor mij? Het blijkt ook niet van onze groep te zijn, gelukkig.

 

De wandeling begint meteen pittig, langs een stijle grashelling omhoog, verder een kabel om langs omhoog te klimmen. Onder ons zien we bergmarmotten spelen op een rots. 

Op een gegeven moment komen we op een mooie vlakte met zand, stenen en stromen die we over moeten steken. Hier was vroeger de gletsjer. Aan de andere kant zien we in de bergwand hoog boven een opening, waar we mensen vandaan zien afdalen. Daar moeten wij naar toe. Het blijkt een forse klim te zijn met hier en daar weer een staalkabel of ketting om je aan omhoog te trekken. Maar boven op de Plattenjoch is het uitzicht prachtig. Tijd voor de lunch. 

 

We hebben nauwelijks de eerste hap naar binnen, of B. geeft aan dat we moeten opbreken. Er is regen op komst en de afdaling is pittig. De afdaling is meer dan pittig: onder het losse zand blijkt ijs te liggen, het is zoeken naar vaste stenen. Als we het verraderlijke deel achter ons hebben begint het inderdaad te regenen. We dalen verder af, de mist komt uit het dal omhoog zetten, als laatste loper zie ik de eerste nauwelijks. We passeren twee jonge gasten die even een peukepauze nemen. Later willen zij ons weer inhalen, maar op het natte gras gaat één van hen onderuit. Rustig het pad volgen is dus het motto. 

 

De Tubinger hutte is velen male groter dan ons vorige onderkomen: we hebben 20 ruime matrassen voor ons zelf, dus voldoende ruimte om je spullen uit te stallen. De hut is dan wel groter, het eten en de sfeer kan niet tippen aan ons vorige onderkomen. 

Na het eten ziet R. er op toe dat ik geen koffie neem en ga ik na een snaps vroeg naar bed, misschien lukt het nu. We willen morgen vroeg weg, we hebben een lange dag voor de boeg, hopelijk kan het met het weer, want dat belooft niet veel goeds. 


Uitzicht op het Mittelbergjoch vanaf de Tubinger hutte

Woensdag 9 augustus. 

Ik lig naast B. en om 5:30 uur zie ik hem uit het raam kijken. Dat wordt niets met alle onweer, donder en bliksemflitsen. Maar een dag hier blijven is ook niet alles. Ik had bedacht om naar beneden te gaan en met OV naar de volgende overnachting te gaan. B. had dat ook al bedacht en we hebben op de kaart samen de mogelijkheden bekijken. Gaan wandelen wordt helemaal niets. 

 

Maar eenmaal opgestaan om 6:30 uur ziet het er toch goed uit. In het dal hangt bewolking maar boven ons is het goed. B. besluit toch te gaan lopen. In het begin stijgt de bewolking onder ons en lopen we in de mist, maar na een uur komen we daar boven uit en wordt het weer steeds mooier. Op het Mittelbergjoch is het uitzicht fantastisch en later op het Vergaldnerjoch is het uitzicht nog mooier. Langzaam lost de bewolking onder ons op en het uitzicht naar Vergalda is fantastisch. Van hieruit dalen we rustig af het dal in, een Bob Ross plaatje! Bij de Vergalda alpe genieten we van een heerlijk drankje en spreken we de wandeling door. Het weer is 100% meegevallen. 

 

In Vergalda hebben we logies in het berghotel. Normale slaapkamers, ik heb mijn lakenzak niet nodig. Ook heb ik hier goed contact met de rest van de wereld. Fijn om weer even te appen met de thuisblijvers. Omdat we met vijf mannen en vijf vrouwen zijn mogen er twee apart slapen, ik ben meteen vrijwilliger. Hopelijk gaat het lukken. Het eten is goed, beter dan gisteren, maar echt veel is het niet. Morgen bij het ontbijt flink bunkeren. 

 

Uitzicht vauit de Tilisunahutte

Donderdag 10 augustus

Vannacht heerlijk geslapen, vandaag heel veel stijgen dus nu eerst maar goed ontbijten. Na het ontbijt afdalen naar Gargallen waar sommigen nog wat inkopen doen. Daarna stijgen van 1400 naar 2350 meter in een rustig tempo. Jammer dat we steeds in de mist (of wolken) lopen waardoor we het ongetwijfeld mooie uitzicht moeten missen. Halverwege een korte pauze bij het kruis en om 13:00 uur zijn we net onder de Sarotlapass. Een mooie plaats om te lunchen en de mist trekt ook even op. Beter kunnen we het niet plannen. 

 

Daarna gaan we Zwitserland even in. Een lastig stuk langs een stijle wand. Helaas kunnen we niet van het Zwitserse uitzicht genieten. 

Terug in Oostenrijk over de Plasseggenpass word het een ander landschap, vennetjes met veenpluis, uitgeslepen kalkrotsen, vlakker maar door de leem en koeienvlaaien toch verraderlijk glad. We lopen langs de Gruobenpass, maar gaan Zwitserland niet in. 

Om 16:00 uur zien we de Tilisunahutte opduiken en begint het te regenen, we zijn er net op tijd. Ongetwijfeld hadden we veel mooie vergezichten kunnen zien, zoals het keteldal van de Saretlaalpe, maar de mist heeft dat verhinderd. Benieuwd wat we morgen voor weer gaan krijgen. Na het heerlijke diner blijkt het open te trekken, de uitzichten zijn fantastisch.

 

We liggen samen in een 10-persoons lager: 1 kamer met vijf bedden onder en vijf boven. Aan het voeteneind een beetje ruimte om met 10 personen je rugzak uit te pakken. Het lijkt qua lager op de Seetalhutte alleen zijn de bedden wel wat breder. De hut zelf is redelijk modern en we hebben een eigen tafel voor onze groep. 

 

Carschinahütte

Vrijdag 11 augustus. 

Voor mijn doen redelijk goed geslapen. Om 6:00 uur wakker en rustig opstaan. Het is droog buiten maar ook wat mistflarden. Volgens de hutteweerd kunnen we sneeuw krijgen boven 2200 meter. We gaan niet de Shulfluh op, we nemen de makkelijke route naar de volgende hut via de Tilisunafuggli. Het blijft mistig helaas, want het landschap is prachtig. De eersten zien een gems, maar als ik langskom is hij al weg. Wel zien we een bergmarmot (murmeltier). Op een gegeven moment zien we een smal pad langs een stijle helling, ziet er eng uit. Maar als we er eenmaal lopen valt het toch alles mee. Het eind lijkt het toch weer langer te duren dan we zouden hopen. Het wordt natter en kouder. Vlak voor de Carschinahütte begint het zelfs te sneeuwen, we zijn weer op tijd binnen. 

 

De hut is klein en krap, zeker als er veel groepen binnen komen met natte spullen. We hebben een kamer waar we met 10 personen in een kwart cirkel naast elkaar liggen, veel hoofdruimte, weinig voetenruimte. We genieten van de warme dranken en komen bij. De middag is gezellig en de lasagne heerlijk. Vroeg naar bed, we willen om 6:30 uur ontbijten, want we hebben een lange wandeldag voor ons. 


Lunersee

Zaterdag 12 augustus. 

Er ligt een laagje sneeuw. Vanuit de Carschinahutte moeten we een lange tocht maken naar de Totalphutte. Het begin gaat voorspoedig, we volgen een pad dat redelijk op hoogte blijft gedurende de eerste 7 km. Het moet er heel mooi uitzien in dit dal, maar we zien er helaas weinig van door de mist. Alleen zien we rechts loodrechte wanden van de Dri Turm, maar hoe mooi die echt zijn zullen we niet weten. 

Dan moeten we verder gaan stijgen naar de Schweizertor, eerst langs een schuine helling met onder ons verticale afgrond, later wordt het klimmen over ladders en langs kabels. Als we boven zijn verwacht ik dat het aan de andere kant weer naar beneden gaat maar dat is niet zo: we lopen over een grasvlakte naar een huisje waar we een beetje hopen te schuilen voor een korte lunch. Er blijkt een aardige vrouw te wonen die haar toilet gastvrij aanbied aan de dames. 

Daarna vervolgt de route over het Verajochli: een modderpad met naar boven en naar beneden veel geglibber. Na veel modder waarbij de regenbroek tot het kruis vuil wordt, komen we aan bij de Lunersee, waar we bij de Luneralpe ons een beetje kunnen opwarmen aan een warme drank. Nu alleen nog het meer half rond lopen en omhoog naar de Totalphutte, een klim van 400 meter. Gelukkig is het droog. Na de forse klim is het fijn de natte spullen uit te kunnen doen. 

We liggen in een lager waar ook nog 4 anderen liggen, een nieuwe ervaring voor ons. De hut is groot, ruim en gezellig, maar het lager is toch krap met 14 personen. Het eten is prima en het personeel heel behulpzaam. 

 

Kruis op de top van de Schesaplana

Zondag 13 augustus. 

Het is mooi weer, heel fijn na drie dagen mist en regen. We gaan eerst de Schesaplana op. Een forse klim over niet al te makkelijk terrein. Na 200 meter stijgen ligt er de eerste sneeuw, hoe moet dat verder? Toch lopen we rustig door, door de zwarte graad aan de staaldraad is niet eenvoudig. Maar dan opeens zijn we boven, 2964 meter, een record voor mij. Ondanks dat we vroeg vertrokken zijn, zijn er al meer mensen boven. We maken wat groepsfoto's en gaan snel weer naar beneden voordat het te koud gaat worden. We hebben het goed gepland want terwijl we naar beneden gaan zien we de mist weer rond te top verschijnen. 

Tijdens de afdaling wordt het steeds drukker, er gaan heel veel mensen vanuit de Totalphutte de Schesaplana op. 

We zijn voor 12 uur weer terug in de hut en genieten van een lekkere lunch. 

Daarna gaan we via de makkelijke weg over de Gamsluggen (gemspoort) naar onze volgende hut. Maar wat makkelijk leek valt toch tegen: de Gamsluggen op is nog niet zo moeilijk maar aan de andere kant omlaag ziet er gevaarlijk uit, zeker voor S. met zijn mindere zicht. Maar met elkaars hulp komen we veilig beneden. 

Nu volgde nog een relatief makkelijke wandeling naar de Schesaplana hut waar we rond 16:30 uur aankomen. Het leek makkelijk maar bleek toch weer tegen te zitten. Gelukkig is het weer fantastisch, we kunnen bij de hut lekker op het terras zitten, dat is alleen op de eerste dag mogelijk geweest. Het eten is prima en we hebben weer een lager voor ons alleen. 

 

In de verte zien we de Pfalzerhutte al liggen

Maandag 14 augustus. 

Na een voedzaam ontbijt op weg naar de Pfalzerhutte. Het is mooi weer en in de verte zien we de Hochjoch al liggen. We volgen de helling en na een mooie tocht met op het eind een makkelijke klim komen we na drie uur op het joch aan. Onderweg wel tussen schapen doorgelopen die bewaakt zouden worden door honden, maar honden hebben we niet gezien. Wel een gezadelde muilezel maar de berijder was er niet. 

Op het Hochjoch, weer naar Oostenrijk, waait het hard dus we dalen eerst een eind af om rustig te kunnen lunchen. 

In de verte zien we de Pfalzerhutte al liggen, maar daarvoor moeten we wel helemaal rond het dal lopen. De rode kalksteen zien we aan de overkant liggen. Eerst naar boven, naar het Barthumeljoch, maar hier gaan we niet over naar Zwitserland, dat staat voor morgen op het programma. We volgen het pad dat op sommige plaatsen wat glad is doof de natte kalksteen, naar de hut waar we rond 14:00 uur aankomen. Weer volgens planning. We kunnen heerlijk in de zon op het terras de dag doorspreken. We zijn net in Liechtenstein, het derde land tijdens deze tocht.

Het lager is krap maar omdat we met 10 personen op 12 plaatsen liggen hebben we nog een beetje ruimte. Of dat zo blijft moet nog blijken, en komen nog steeds mensen binnendruppelen, dus wellicht moeten onze vrije plaatsen nog bezet worden. 

 

Door een pikdonkere tunnel verder omlaag

Dinsdag 15 augustus. 

Naar Malans, het begin is als het laatste stuk van gisteren, maar dan de andere kant op. Omdat het omhoog gaat is het iets makkelijker. Op de Barthumeljoch zien we het dal voor ons wat we moeten doorkruisen: rechts een boerderij, dan een pad door een tunneltje en aan de andere kant weer omhoog naar Badkamm. Maar eerst naar beneden. Hoewel het niet zo moeilijk is loop ik weer voor S. en B. erachter. R. loopt met de rest van de groep vooruit. Bij de boerderij aangekomen blijkt niet elke boer even vriendelijk te zijn, deze in ieder geval niet. Geen plaats voor een korte pauze in ieder geval. 

De route vervolgt via een lange, pikdonkere tunnel verder omlaag, daarna over een makkelijke grindweg verder omlaag. Daarna weer omhoog naar Flascheralp en Badkamm. Boven op de kam een heerlijke lunchplaats met mooi uitzicht. Daarna nog een rustige afdaling met tijd om nog even bij te praten naar de Alpli lift. Daar op het terras moeten we helaas wachten tot 17:30 uur tot we naar beneden kunnen, maar onder genot van een drankje en een stuk taart is dat geen straf. 


Om 17:30 uur gaan de eerste 8 (meer kunnen er niet in de cabine), ik ga een kwartier later met L. Een mooi cabineliftje met fantastisch uitzicht. Beneden worden we opgewacht door de rest van de groep. We lopen naar het station en zoeken een restaurantje. We vinden een beschut terrasje in de de bomen langs de spoorbaan, een heerlijke afsluiting van een supertocht. I. blijft in Malans slapen, S. en R. nemen de nachttrein naar huis en wij gaan met 7 personen met de trein weer terug naar de jeugdherberg in Klosters waar we net voor 22:00 uur aankomen. Heerlijk weer een lekkere douche en slapen zonder lakenzak. 

 

De tocht was in één woord: fantastisch, ondanks dat we wel een aantal dagen in de mist hebben gelopen. Lopend over smalle paadjes, fantastische uitzichten, ruige landschappen, primitieve overnachtingen, gezellige groep, spannende uitdagingen, gebrekkige communicatie met de rest van de wereld, dat zijn in hoofdlijnen de kenmerken van deze unieke vakantie. 

Copyright @ Ailbert Riksen

Mijn voornaam is niet Schots maar ik ben vernoemd naar Ailbertus van Antoing, stichter van Rolduc.